3 juni 2019 om 11:02
En nog steeds wordt er geshopt in de Dyslexiezorg
Vorige week overkwam het ons weer.
We werden gebeld door een Intern Begeleider dat een door ons afgekeurd dossier was aangeboden aan en andere aanbieder en dat daar het dossier wel was goedgekeurd.
Sportief overigens dat de bewuste intern begeleider ons dit liet weten.
Elke dag beoordelen wij leesdossiers die door basisscholen aan ons worden aangeboden om in aanmerking te komen voor een vergoed behandeltraject voor Ernstige Enkelvoudige Dyslexie. Wij beoordelen de dossiers op ernst van de problematiek (ernst) en of er voldoende extra hulp is geboden door school (hardnekkigheid).
De landelijke richtlijnen hierover zijn duidelijk, maar toch blijkt niet iedereen zich hieraan te houden.
Het bewuste dossier liet aan duidelijkheid niets te raden over. Zowel de ernst als de hardnekkigheid werden niet aangetoond.
Hoe kon dit dossier dan toch worden goedgekeurd en wie valt hier iets in te verwijten?
Helaas krijgen wij hier geen antwoorden op. Wij weten niet welke aanbieder dit dossier toch heeft toegelaten en ook weten wij niet of er tussen onze beoordeling en die van onze collega aanbieder nog weer is “gesleuteld” aan het dossier.
De ouders van dit kind valt eigenlijk weinig te verwijten. Zij weten te weinig over de ingewikkelde procedure tot toelating. Of ze zouden de school ernstig onder druk moeten hebben gezet om een niet-ontvankelijk dossier toch aan te bieden bij een dyslexie behandelaar. Overigens zullen de ouders wel met verbazing naar het proces hebben gekeken.
De school neemt de stap om een dossier toch bij een tweede aanbieder aan te bieden in plaats van kritisch te kijken naar de inhoud van het opgebouwde dossier en hier lering uit te trekken of om met ons constructief het overleg aan te gaan over de inhoud.
Of zou de school niet op de hoogte zijn van een tweede beoordeling en dan toch de ouders meer te verwijten zijn? Dit lijkt ons onwaarschijnlijk, maar helemaal uitsluiten kunnen we dit niet.
Onze collega aanbieder is wellicht niet op de hoogte van wat er al is gebeurd voordat het dossier bij haar werd aangeboden, maar het doorlaten van een dossier dat niet voldoet, baart ons grote zorgen.
Hoe kunnen we dit soort praktijk uitbannen?
In regio’s waar het samenwerkingsverband of de gemeente zelf de toegang tot de zorg organiseert komen dit soort praktijken niet voor. Er is dan immers maar één toegangspoort.
In regio’s waar dit niet het geval is, stellen wij twee maatregelen voor.
Tevens verzoeken wij het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie hiervoor een landelijke richtlijn op te stellen.
De meest eenvoudige maatregel is dat aanbieders verplicht worden om afgewezen dossiers te melden bij de financier (de gemeente). De gemeente kan dan deze dossiers registreren en ervoor zorgen dat er geen tweede aanbieder met het dossier op de loop gaat.
Een andere maatregel die arbeidsintensiever, maar wellicht wel humaner is, bestaat uit een second opinion onder voorwaarden.
Deze procedure bestaat eruit dat een dossier voor de tweede keer bij een andere aanbieder als second opinion kan worden aangeboden onder voorwaarde dat wanneer het dossier alsnog akkoord wordt bevonden, de ouder dan teruggaat naar de aanbieder waar het dossier de eerste keer werd aangeboden. Alleen de eerst gekozen aanbieder kan dan de diagnostiek uitvoeren. Wij pleiten er dan ook voor dat de kosten voor de second opinion worden vergoed door de ouders of de school.
Momenteel staan de budgetten voor jeugdhulp onder druk. Gemeentes kampen met tekorten en moeten ernstig haar reserves aanspreken om de tekorten aan te vullen.
Dit vraagt om een integere houding van alle partijen in de keten van de dyslexiezorg. Allerlei negatieve (vaak wilde) verhalen in de media en voorbeelden zoals hierboven beschreven, doen de dyslexiezorg geen goed.
Wij dragen de dyslexiezorg een warm hart toe en gaan voor de juiste kinderen in zorg.
Jan Wilgenhof
Directeur Berkel-B